In onze provincie moeten meer betaalbare woningen gebouwd worden. Elke gemeente moet hieraan naar vermogen bijdragen. Provincie Zuid-Holland en de buurgemeenten schatten dit vermogen voor gemeente Midden-Delfland hoger in dan de gemeente zelf. Aan de andere kant vindt de provincie bijvoorbeeld ook dat ons veenweidegebied niet bebouwd mag worden. Daar moet dus samen uit te komen zijn!
Sociale woningbouw bestaat uit woningen voor huishoudens met een laag inkomen. Er zijn sociale huurwoningen (meestal via Wonen Midden-Delfland) en sociale koopwoningen. Een voordeel van sociale huurwoningen is dat ze betaalbaar blijven, in tegenstelling tot sociale koopwoningen waarvan de prijs mee stijgt met de markt. Een ander voordeel van huurwoningen is dat er enige voorrang gegeven kan worden aan de eigen inwoners.
De wachttijd voor een sociale huurwoning in Midden-Delfland is meer dan 7 jaar, dus daar is een groot tekort aan. Dit heeft tot gevolg dat onze inwoners uitwijken naar buurgemeenten. Midden-Delfland heeft de minste sociale woningbouw in de omgeving: 21%. De bedoeling van de provincie is dat elke gemeente richting 30% sociale woningbouw gaat. Als van alle nieuwbouw 30% sociaal is, waarvan de helft sociale koopwoningen, dan zal ons percentage sociale woningbouw niet duurzaam stijgen van het te lage 21%, omdat sociale koop niet betaalbaar blijft door de stijgende huizenprijzen. Er is dus een hoger percentage sociale huurwoningen nodig dan de voorgenomen 15%. Dit heeft uiteraard grenzen: er is ook een tekort aan middelhuurwoningen, dus die moeten ook gebouwd worden.
De PvdA wil dat onze gemeente samen met de provincie laat onderzoeken wat werkelijk mogelijk is, zodat iedereen die in Midden-Delfland wil blijven wonen hiertoe de mogelijkheid heeft.